Direct Marketing en GDPR

Er heerst in de publieke opinie een hardnekkig misverstand omtrent het versturen van direct marketing naar bestaande klanten.

Reeds in het Koninklijk Besluit van 04 april 2003 tot reglementering van het verzenden van reclame per elektronische post (B.S. 28.05.2003) was hiervoor al een uitzondering voorzien (art. 1):

“Art. 1: In afwijking van artikel 14, § 1, eerste lid van de wet van 11 maart 2003 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, en onverminderd hetgeen bepaald is in artikel 2 van dit besluit, is elke dienstverlener ervan vrijgesteld de voorafgaande toestemming te vragen om reclame per elektronische post te ontvangen:

1° bij zijn klanten, natuurlijke of rechtspersonen, indien elk van de volgende voorwaarden vervuld is:

a) hij heeft rechtstreeks hun elektronische contactgegevens verkregen in het kader van de verkoop van een product of een dienst, mits de wettelijke en reglementaire voorwaarden betreffende de bescherming van de private levenssfeer nageleefd zijn;

b) hij gebruikt de beschouwde elektronische contactgegevens uitsluitend voor gelijkaardige producten of diensten die hijzelf levert;

c) hij geeft aan de klanten, op het ogenblik waarop hun elektronische contactgegevens worden verzameld, de mogelijkheid om zich kosteloos en op gemakkelijke wijze tegen de uitbating te verzetten;

2° bij rechtspersonen als de elektronische contactgegevens die hij met dat doel gebruikt onpersoonlijk zijn.”

De GDPR-Verordening heeft dit geenszins afgeschaft !

In overweging nr. 47 wordt het versturen van direct marketing uitdrukkelijk toegestaan als een voorbeeld van gerechtvaardigd belang van de onderneming.

“De gerechtvaardigde belangen van een verwerkingsverantwoordelijke, waaronder die van een verwerkingsverantwoordelijke aan wie de persoonsgegevens kunnen worden verstrekt, of van een derde, kan een rechtsgrond bieden voor verwerking, mits de belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene niet zwaarder wegen, rekening houdend met de redelijke verwachtingen van de betrokkene op basis van zijn verhouding met de verwerkingsverantwoordelijke. Een dergelijk gerechtvaardigd belang kan bijvoorbeeld aanwezig zijn wanneer sprake is van een relevante en passende verhouding tussen de betrokkene en de verwerkingsverantwoordelijke, in situaties waarin de betrokkene een klant is of in dienst is van de verwerkingsverantwoordelijke. In elk geval is een zorgvuldige beoordeling geboden om te bepalen of sprake is van een gerechtvaardigd belang, alsook om te bepalen of een betrokkene op het tijdstip en in het kader van de verzameling van de persoonsgegevens redelijkerwijs mag verwachten dat verwerking met dat doel kan plaatsvinden. De belangen en de grondrechten van de betrokkene kunnen met name zwaarder wegen dan het belang van de verwerkingsverantwoordelijke wanneer persoonsgegevens worden verwerkt in omstandigheden waarin de betrokkenen redelijkerwijs geen verdere verwerking verwachten. (…) De verwerking van persoonsgegevens ten behoeve van direct marketing kan worden beschouwd als uitgevoerd met het oog op een gerechtvaardigd belang.”

Ondernemingen zijn dus perfect gerechtigd om aan hun klanten een nieuwsbrief te sturen, voor zover het voldoet aan bovenstaande voorwaarden.

Er moet dus - in tegenstelling tot bij prospects - geenszins voorafgaandelijk toestemming gevraagd worden!

 

Direct Marketing en GDPR